Real life stories

Wij zijn dagelijks in contact met onze doelgroep. Zij leven in een wereld die voor velen onbekend is. Sommige vergelijken onze casussen met populaire series en zijn zich niet bewust dat dit voor velen hun dagelijkse realiteit is. Wij horen met grote regelmaat “wat doet de Backbone Academy”? Wij nemen jullie in de reallife stories graag mee in wat wij dagelijks meemaken.

Van casus naar rolmodel

In gesprek over de wereld van drugscriminaliteit.

 

Binnen de aanpak drugsoverlast biedt de gemeente (jonge) dealers de kans om onder begeleiding de drugscriminaliteit achter zich te laten. Om te begrijpen hoe de wereld van drugscriminaliteit in elkaar steekt, wat de aantrekkingskracht is en om te leren wat er wel en niet werkt, gaan we in gesprek met Mounir (gefingeerde naam). Hij liet de criminaliteit ruim een jaar geleden achter zich nadat hij opgepakt werd voor het dealen van drugs en hulp aangeboden kreeg.

Als begeleider Marc van de Backbone Academy een brief krijgt voor Mounir  besluit hij aan de deur te gaan. Mounir woont bij zijn moeder en dus neemt Marc collega Fatima mee. Een man alleen: daar gaat de deur vast niet voor open. Vooraf hoort hij van alles over Mounir: zo zou hij vluchtgevaarlijk zijn en zou het nooit lukken contact te krijgen met Mounir. Marc zegt daarover: Je hoeft mij nooit te zeggen wat ze uitgespookt hebben, ik kijk ze in de ogen en dan weten wij genoeg. De deur gaat open en ik zeg: “Er is volgens mij wat gebeurd. Ik weet niet wat en dat interesseert me ook niet. Maar dat ik een brief heb van de gemeente wil zeggen dat ze nog iets zien in uw zoon. Hebben jullie hulp nodig”? Zijn moeder trok ons echt naar binnen. Later bleek zelfs dat ze aan het bidden was voor hulp toen wij aanbelden.

Mounir: “Weet je wat bij ons is… En met ‘ons’ bedoel ik: jongeren van de straat; die houden niet van een instantie of zo zoals de gemeente. Dan zijn ze er al meteen klaar mee, worden ze helemaal gek”. Marc zei ook meteen: “Kijk niet naar die brief. Ik kom hier als mens, kijk me gewoon aan”. En ik zag in zijn ogen dat hij oprecht kwam voor hulp. Als je met brieven aankomt, kom je echt niet op die manier binnen, weet je wel?

Vanaf dat moment staat Mounir open voor hulp: “Ik zat toen echt in de stress. Ik wist dat de moeder van mijn kinderen zwanger was en ik was dus net gepakt. Ze waren bij de moeder van mijn kinderen naar binnen gegaan; hadden daar een inval gedaan. Ik was daardoor echt gebroken in die tijd. Ik zat niet lekker in mijn vel en was elke nacht aan het stressen… Ik wilde dit niet voor mijn kinderen, snap je? En nog steeds als ik eraan denk, breek ik gewoon. Mijn kinderen zijn alles voor mij en voor hen ben ik nu op het rechte pad… Ik had gewoon hulp nodig”

Mounir is gepakt voor het dealen van drugs, maar daar heeft hij het liever niet meer over. Het was nooit een hele bewuste keuze om in de drugscriminaliteit te belanden. Zo is dat gewoon gegaan. Mounir vertelt over vroeger. “Ik kom niet uit een slecht gezin, mijn vader was psychiater. Ik kwam nooit iets tekort. Het is niet vanuit armoede dat ik dit ben gaan doen. Maar mijn vader overleed vroeg en als jongetje miste ik een vaderfiguur. En ik had wel een broer, maar daar heb ik nu ook geen contact meer mee. Hij vroeg altijd of ik bij hem kwam chillen, in de weekenden en zo. Ik was 13 en dan ging ik naar hem toe en dan vroeg mijn broer of ik een trekje van zijn joint wilde, of een glas alcohol. Hij wilde gewoon iemand om mee te chillen of zo. Maar ja, hij had ook moeten zien: die jongen is pas 13 en zijn hersenen zijn nog in de groei; ik kan hem dat niet aandoen. Maar zo ging het altijd, ook na school. Mijn moeder zei wel dat ik mijn best moest doen op school, maar ik luisterde echt niet naar haar. Het was dus al moeilijk toen. Ik was zoekende… En dan kijk je naar de jongens op straat en zij zijn als een soort broer voor je. Ze kopen dingen voor je en zo raak je verder betrokken, word je vrienden en zo… En die jongens hebben alles. Elk weekend in de discotheek, mooie vrouwen. En dan vraag je wat zij doen en dan wil jij ook zo worden, snap je”?

Mounir: “Het is ook normaal daar. Het beeld van de straat: er is geen respect meer voor de gewone hardwerkende man. Ik werk nu; maar vroeger keken ze anders tegen mij op dan nu. Maar ik vind: je hoort te werken. Je moet aan de slag. Je moet toch wel… Je krijgt een gezin: hoe wil je een huis kopen voor hen met zwart geld? Je kunt daar niets van. Dan moet je van een uitkering leven en alles in het buitenland opmaken. Of vakantiehuisjes daar. Maar hier? Hier is jouw leven! Hier gaan je kinderen naar school! Je moet hier iets opbouwen en dat gaat niet op straat”.

Het getuigt van veel inzicht, hoe Mounir terugblikt op die tijd. Zijn woorden maken indruk en geven inzicht in de beweegredenen van jongeren om geld te verdienen met drugs. Het stemt ook wat somber. Een wereld van snel geld, jongens die als een broer voor je zijn… Hoe sterk moet je in je schoenen staan om daar ‘nee’ tegen te zeggen? Waar komt dat gebrek aan respect voor de werkende man vandaan?

Mounir: “dat komt ook door muziek, liedjes. Het gaat overal alleen maar over snel geld, drugs, vrouwtjes dit en dat. Het gaat nooit over de hardwerkende man die ’s avonds moe thuiskomt of die even naar het speeltuintje gaat met zijn kinderen. Het zijn alleen maar mensen die in clubs zitten, in Dubai. Iedereen werkt eraan mee. Media, muziek, alles. En je ziet het op straat. Zeg eerlijk: iedereen heeft schoenen aan van €500. Dat is misschien een maandsalaris als je als 16-jarige bij de Albert Heijn werkt. Ga je een hele maand werken voor je schoenen, of even twee dagen? Of één dag”?

“Ik dacht wel altijd dat ik het rechte pad op wilde, maar op een gegeven moment weet je niet beter. Dan ging ik weer werken, weer bij een baas die je allemaal bevelen geeft. En ik was jong en ik begreep dat toen ook gewoon niet. Naarmate ik volwassener ben geworden weet ik dat je dat moet laten gaan. Die man doet ook gewoon zijn ding en probeert jou aan het werk te zetten zodat hij geld kan verdienen en jij ook aan het einde van de maand je geld krijgt. Maar die jonge mentaliteit van mij: dat was gewoon verkeerd”.

Eerdere hulp was er eigenlijk niet. Mounir ging er ook niet zelf naar op zoek. Hij heeft niets met instanties, legt hij uit, wist de weg niet… De begeleiding van Marc blijkt een keerpunt.

Mounir: “Ik vind het fijn om af en toe met hem te praten. Hij is echt een vaderfiguur voor mij. Hij hielp me ook actief naar werk te zoeken. Als je het alleen doet, dan kom je er niet. Ik kreeg toen een impactcoach en met deze coach ging ik één keer in de week een uurtje vacatures zoeken en motivatiebrieven schrijven. Daardoor kwam ik gewoon snel aan werk. Iedereen ging me bellen voor werk! Ik dacht opeens: hee ik ben niet zo…. Ik dacht altijd: ik ben niet gewenst, maar ik ben wél gewild. Iedereen belde me voor een meeloopdag en een gesprek. En ik ging gewoon overal proefdagjes draaien en ik werk nog steeds”!

“Ik doe het echt allemaal voor mijn kinderen. Ik ben nog niet perfect: ik moet nog genoeg gaan verdienen om te gaan samenwonen en zo… Maar jongens op straat zien ook wat voor een vader ik ben. Ik ben er dagelijks, help mijn kinderen met alles. Ik breng ze naar school en haal ze weer op, daarom werk ik ook ’s avonds. Ik wil nu gewoon een goede baan, ik wil gewoon weer terug naar school. Ik heb gewoon zo’n spijt dat ik geen papieren heb. Ik zou echt de haren uit m’n hoofd kunnen trekken. Echt ik zit er zó mee dat ik mijn school niet heb afgemaakt. Altijd maar gewoon stoer doen in de klas. En denken dat ik de leukste ben en de leraar voor gek zetten. En ja… allemaal om mij gelachen maar wie lacht er nu? Ze lachen mij nu uit! Ze lachen mij nou uit omdat ik geen diploma heb, niks. Zij hebben tenminste nog diploma’s”!

Voor Marc is het duidelijk: Mounir is een rolmodel voor andere jongens op straat. Dat ziet Mounir zelf ook: “Die jongens, als ze mij misschien zien nu kunnen ze misschien ook denken: hee dit is óók een voorbeeld voor mij. Zo kan het misschien ook.”

Marc: “In het begin is Mounir ook meegegaan naar de Week van de Veiligheid. Die jongens gaan normaal nooit met mij mee, maar Mounir stond daar wel voor open. Ik stond met de ploeg beneden te wachten op Mounir… En de tijd verstreek en ik baalde: hij is te laat… Bleek dat ’ie al een half uur boven zat! Tussen de Politie en al die hotemetoten. Voor mij zegt dat héél veel. Ik weet dat Mounir over héél veel drempeltjes is gegaan. We hebben er echt om moeten lachen en ik heb onthouden: hij wil écht”.

Maar nu komt er een belangrijk stukje, waar wij mensen kunnen gaan verliezen. Want wij moeten wel perspectief kunnen bieden. Mounir zegt het net: de supermarkt of de straat: nu moeten we doorpakken. Ik zou zo’n jongen als Mounir er heel graag bij willen hebben. Hij kent dat leven en heeft dingen geleerd die andere mensen nooit kunnen leren.

Mounir: “ik laat het nu ook zien aan die jongens, ik praat ook met ze. Dan laat ik zien dat ze een rustig leven kunnen leiden, lekker met de kinderen voetballen. Een vrouwtje, een leuk huisje zoeken, lekker samen werken. Zo kan het ook! ’s Avonds thuis zijn. Dan werk je maar allebei vier dagen in de week, heb je toch drie dagen samen vrij. En dan heb je een rustig leven, hoef je niet meer op te passen. Dat kat- en muisspelletje met de politie; de hele tijd achterom kijken. Dat worden sommige jongens ook zat op een gegeven moment? Het is allemaal lekker geld verdienen, maar het zijn ook gewoon problemen. Laatst is er ook nog geschoten. Allemaal het drugsmilieu. In Eindhoven is dat zo groot. Het gaat alleen maar om drugs”.

 

Wat Mounir niet had verwacht is dat Marc na zijn jarenlange ervaring zo veel weet van wat er gebeurt op de straat. Het komt meerdere keren terug in het gesprek. Mounir vertelt over het wereldje:

Mounir: “Het is zo makkelijk om jongens te ronselen. Gewoon: in de wijk. Telefoontjes met nummers. Binnen vijf minuten is het gebeurd. Vroeger zaten er alleen grote jongens in. Als je dan als 16-jarige mee wilde doen, brachten ze je naar het bos en kreeg je klappen. Maar nu is het 2021, jongens die voor de grote jongens hebben gereden, verkopen de nummers van de klanten door. Vroeger had je nog structuur: als een kleintje aan het werk wilde, dan werd ‘ie van de straat geveegd. Dus dan ging die maar inbraken doen of zo, of werk zoeken, want inbreken schiet toch niet op. Maar nu is het heel makkelijk gewoon. Je hoeft maar een 16-jarige een fiets te geven en hij kan aan de gang”.

Marc legt uit dat veel jongens die in de criminaliteit belanden ook licht-verstandelijk beperkt zijn. Het besef van oorzaak en gevolg is totaal niet ontwikkeld. De mentaliteit en het inzicht van Mounir is helaas echt de uitzondering. Richting die jongens is het nog veel moeilijker om ze te overtuigen de criminaliteit achter zich te laten. Marc: “Ik ken genoeg van die jongens. Die zitten klem, maar die krijg je gewoon niet in beweging”. Het roept de vraag op hoe we er wél tegenop kunnen. Wat kunnen we doen? En hoe gaat Mounir zijn eigen kinderen tegen deze wereld beschermen?

Mounir: “Eigenlijk is dat wel fijn, want ik ken nu iedereen. Dus als mijn kinderen iets zouden doen; ik zou het al gelijk weten. En ik kan hen natuurlijk helpen vanuit mijn eigen ervaring. Ik weet dat het meer problemen dan vreugde brengt. Beter kun je een papiertje op zak hebben, het goed doen op school en proberen iets op te bouwen. Ik denk ook dat mijn generatie er veel meer zicht op heeft dan bijvoorbeeld mijn ouders. En wat ook kan helpen voor jongeren: een beetje sporten, voetballen samen. Dat die jongens even niet op straat zijn, maar aan het voetballen zijn en zo in contact komen met een andere wereld”.

Een positieve ontwikkeling wellicht. Maar over het algemeen leidt het gesprek met Mounir tot een onaangenaam gevoel. Het inkijkje dat hij geeft in de weelderige drugswereld laat vooral zien hoe aantrekkelijk het is voor (kwetsbare) jongeren en hoe moeilijk het is om jongeren ervan te weerhouden. Het laat zien hoe groot de gezamenlijke opgave is van politie, jeugdwerk, de gemeente, het OM. Iedere jongere die het de rug toekeert is een groot succes.

De omslag van Mounir is ook een groot succes. Van een leven van “geld maken” op straat en continu achterom kijken, naar een rustig leven. Een goede vader zijn voor zijn kinderen,  weer naar school misschien: Onmiskenbaar een voorbeeld voor anderen.